De vlam sloeg in de pan, een groot deel van Nederland ging in staking en de Duitsers sloegen die staking keihard neer. Vanaf dat moment werden de verhoudingen tussen de bezetter en het Nederlandse volk veel grimmiger. Er deden veel meer mensen mee aan die Februaristaking, en er vielen ook veel meer dodelijke slachtoffers, bijna tweehonderd. Zestien daarvan werden doodgeschoten in het Groningse dorpje Marum, op de grens met Friesland. Het was een wraakactie van de Duitse SD, omdat er in de buurt een boom over een landweggetje was gelegd. Dat werd als een uiterste vorm van terrorisme opgevat.